WANDELEND DOOR HET REICHSWALD
Ontstaansgeschiedenis:
De veelheid van landschappen in dit deel van het Rijk van Nijmegen, is het gevolg van de sterke inwerking van zowel de ijstijden
als de rivieren in een relatief klein gebied. Het heuvellandschap rondom Groesbeek is ontstaan onder omstandigheden die nu nog in
Groenland en op Antarctica worden aangetroffen. Een aaneengesloten ijskap schoof in de grote ijstijd (200.000 tot 120.000 jaar
geleden) over Noord Europa en daarmee ook over het noorden van ons land. In zijn uiterste uitbreiding reikte deze tot aan de lijn
Utrecht- Rhenen-Nijmegen-Kleve. De ijskap schoof in Gelderland over een ondergrond van dikke lagen zand, grind en leem, die hier
al eerder door de grote rivieren waren neergelegd. De ijslobben stuwden de zand en grindlagen op tot stuwwallen. Met welke kracht
de ijskap heeft gestuwd blijkt uit de enorme breedte en hoogte van de stuwwallen. Zo is de stuwwal tussen Nijmegen en Kleve vele
kilometers breed. De zand en grindlagen, die oorspronkelijk tot 10 á 20 meter boven N.A.P. reikten, zijn opgestuwd tot bijna 90
meter. Ook de stuwwallen van de Veluwe en Montferland zijn in die tijd opgeworpen. Samen vormden deze één massief, waar tussen de
langzaam bewegende ijsmassa’s hun weg zochten.

Uitzicht op het Reichswald
St. Jansberg:
Als tegenhanger van de Nederlandse St. Jansberg op 66m, ligt hier de Duitse op 78m boven N.A.P. Op dit punt staat de 28 meter
hoge "Feuerwachtturm" welke in het zomerseizoen regelmatig bemand wordt ter bestrijding van bosbranden. Boven op deze toren bent
u in de unieke gelegenheid om zowel de Maas als de Rijn te zien liggen.

Loopgraven in het besneeuwde wald
Loopgraven:
Nu nog kunt u in het Reichswald op verschillende plaatsen, nog duidelijk de sporen van loopgraven uit de eerste en tweede
wereldoorlog zien. Stille getuigen van het bloedige strijdtoneel dat zich hier tijdens de tweede wereldoorlog voltrokken heeft.
In de vele monumenten en oorlogskerkhoven in de omgeving leeft de herinnering hieraan voort. Op verschillende plaatsen zitten
nog restanten van bunkers uit de eerste wereldoorlog in de grond, die nu door dieren, zoals o.a. steenmarters, vleermuizen en
padden, vredig in gebruik genomen zijn als schuil en overwinterplaats.

Observatiepost voor de jacht op wild
Sporen:
Hier en elders in het bos kunt u sporen aantreffen van wilde zwijnen: modderbaden, hoefafdrukken, uitwerpselen en de z.g.
"wissels" dit zijn smalle paadjes haaks op de bestaande wegen. Het meest opvallendst is de omgewoelde grond die u overal vindt.
Na de regen zijn er behalve de afdrukken van zwijnen, ook de hoefafdrukken van reeën en edelherten gemakkelijk op te sporen.
Het wild zíen is lastiger, maar ’s morgens vroeg, in de schemering of bij slecht weer overdag, is er een goede kans dat u dit
grote wild treft.

De grensweg. Links Duitsland - Rechts Nederland
Grens:
Na de Franse tijd werd in 1815 de huidige landsgrens tussen Nederland en Duitsland bepaald. Deze werd gerekend vanaf de Maas,
op een afstand die iets groter was dan een kanonschot toentertijd kon reiken. De grens tussen Gennep en Roermond loopt zodoende
min of meer, op 800 Rijnlandse roeden, wat neerkomt op 3014 meter, parallel aan de Maas. Hierdoor konden de Pruisische kannonen
de scheepvaart op de Maas niet bedreigen.

Kapel aan de zoom van het Reichswald bij Grünewald
Grafheuvels:
In de zoom van het Reichswald vinden we nog verschillende prehistorische grafheuvels. De meeste van deze heuvels dateren uit de
bronstijd zo’n 3500 jaar geleden. Er zijn tijdens de zeer lange traditie van het opwerpen van grafheuvels van 2850 v. Chr. tot
250 na Chr. verschillende grafvormen geweest. Bij de oudste vorm werden de doden nog liggend op hun zij met het gezicht naar het
zuiden begraven. Duizend jaar later komt de lijkverbranding in zwang waarbij de verbrande resten in een urn worden bijgezet.
Vanaf 1500 v. Chr. tot ca 500 v. Chr. worden er greppels rondom de heuvels aangelegd, in eerste instantie betreft het hier
gesloten greppels, al dan niet omringd met palenkrans. Rond 600 v. Chr. maakt men een ringwal met een onderbreking in het
zuid-oosten : als symbolische toegang tot het graf?

Uitzicht over de Niers bij het Duitse plaatsje Kessel
De Niers:
De Niers is een 120 km lang riviertje dat bijna geheel op Duits grondgebied ligt met zijn oorsprong iets ten zuiden van
Mönchengladbach. Helaas is het grootste gedeelte van de natuurlijke loop van de Niers in Duitsland rechtgetrokken, er zijn echter
plannen om de Niers weer een gedeelte van de oorspronkelijke loop terug te geven. Op het punt waar de Niers in de Maas bij Gennep
uitmondt ontstond in de 11de eeuw het Genneper huys. Slechts een kleine verhoging in het landschap geeft aan waar de
resten van de door planten overwoekerde ruïne ligt. Mooi is te zien dat de Niers met zijn bescheiden stroombed, hier als een z.g.
"honger" rivier, in het brede door de Rijn gevormde oerstroomdal ligt. Direct langs de Niers ziet u een gordel van weilanden die
haar loop in het landschap markeren. De wat hogere gronden liggen wat verder van de rivier af en worden voor de akkerbouw
gebruikt. Aan beide zijde van de Niers loopt een mooi wandelpad, het pad aan de kant van de stuwwal, de Niers Höhen Wanderweg,
ligt beduidend hoger en blijft hierdoor buiten bereik van hoog water.

Stenen hoekmarkering
In de 17de eeuw wordt het bos omgevormd van gebruiksbos (hauwald) naar een bos met hogere, oudere bomen (hochwald).
De rechthoekige indeling stamt uit 1826. De hoekpunten zijn gemarkeerd met stenen met nummers die ook op de kaart staan. De
nummering loopt op richting westen. De lengtewegen hebben een letter en lopen op in noordelijke richting. Deze wegen hebben in
de volksmond vaak een naam, zoals "hertekop" voor gestell C. Deze lengtewegen lopen van oost naar west en heten "Hauptgestelle".

Productiehout
Productiebos:
Het Reichswald is productiebos. De meest voorkomende boomsoort is de grove den, die op de zanderige stukken staat. Waar leem in
de ondergrond voorkomt, wat vooral het geval is rondom de heuveltoppen, groeien eiken maar vooral beuken. Behalve de genoemde
oomsoorten staan er ook fijnsparren, lariksen en douglas-sparren. Deze laatste soort is zeer geliefd bij het rood wild, om deze
van de jonge aanplant af te houden worden bepaalde bomen "gekrabd". Hierdoor komt de hars vrij wat een lekkernij is voor de
reeën. Aangetrokken door de geur van de hars komen deze op de "gemerkte" bomen af en sparen daarmee de andere bomen.

Wegwijzer langs de Koedrift
Koedrift:
De weg waarop u nu loopt is een oude handelsweg de " koedrift" van en naar Gennep-Kranenburg en werd in vroegere tijden
veelvuldig gebruik door pelgrims op bedevaartstocht. Op het hoogste punt van deze weg bij de Brandenberg (90m) werd in 1939 om
strategische redenen een houten uitkijktoren gebouwd. Dit was niet de eerste keer want in 1890 en in 1914 stond daar ook al een
uitkijktoren.

Houten kruis in de omgeving van het Duitse Kranenburg
Bedevaart op Kranenburg:
De legende verhaalt dat in het jaar 1280 een herder op paaszondag ter communie ging. Het lukte hem niet de hostie door te
slikken. Op weg naar huis spuugde of braakte hij het lichaam van Christus in een holle boom. De herder meldde dit aan de pastoor;
maar deze kon de hostie niet meer bergen. Achtentwintig jaar later kapten arbeiders het perceel met de boom. Bij het splitsen van
het hout viel er uit de stam waarin de hostie was terechtgekomen een houten crucifix. Het werd in de Kranenburgse kerk opgesteld
en trok alras grote stromen bedevaartgangers naar het stadje. De bedevaarten zijn altijd blijven bestaan.

Memorienstein in de omgeving van het Duitse Kranenburg
Das Goldene Kalb:
Op de parkeerplaats aan de Kartenspielerweg vlakbij Grafwegen staat een door het ijs hier neergelegde grote zwerfsteen van
kwarts, die volgens de structuur van het gesteente afkomstig moet zijn uit het Rheinische Schiefergebirge. Dat gebergte ligt
naar het zuiden, onder Keulen; hoe kan het ijs – dat immers vanaf het noorden het land precies tot hier bedekte – die steen
dan hierheen gedragen hebben? Verondersteld wordt, dat de Rijn, die toen door een ijzig landschap stroomde, de steen op een
ijsschots meevoerde tot in deze streken. Het landijs zou hem daarna naar hier geschoven hebben. Het slechts korte transport
in het ijs verklaart, waarom de steen niet rond en glad is geslepen, zoals de keien uit Scandinavië, die op hun lange weg
hierheen door wrijving onderling en met het ijs alle scherpe kanten verloren.

Zwerfsteen Das Goldene Kalb
Geschreven in het kader van de 10e Bosbesjestocht van Wandelsportvereniging "De Bosbesjes" in samenwerking
met Landschaps Beheer Groesbeek
naar boven